INTERVIEW BOUDEWIJN BETZEMA
Wat niet is, kan nog dromen
7 november 2023 – Boudewijn Betzema (74) schuift aan in de bibliotheek van Deventer in de koffiehoek waar we hebben afgesproken. Bij de eerste vraag is hij onmiddellijk afgeleid door een peuter van een jaar of drie aan de belendende tafel, die zijn aandacht trekt met lachjes en grapjes. “Kijk die nou eens ‘als clowntje’ de boel vermaken, daar word ik nou gelijk zo vrolijk van,” zegt hij.
door Ceciel Funnekotter
Boudewijn en ik zijn bekenden van elkaar. Jaren terug was hij de vormgever van het logo van een net startende organisatie waar ik werkte. Naast grafisch vormgever was hij ook verhalenverteller. Ik heb hem menigmaal gevraagd een bijeenkomst op te luisteren met een van zijn verhalen. Al vele jaren volg ik hem via Facebook. Juist de ochtend van dit interview lees ik daar een bericht waarin zijn dochter hem karakteriseert: “Hij wil graag ‘monnik-onder-de-mensen’ zijn én kluizenaar”.
Monnik onder de mensen
Ik vraag hem ernaar. “Dat monnik onder de mensen zijn dateert al van veel langer dan dit leven,” geeft hij aan. Al in de 16e eeuw is hij als jonge kloosterling van achttien gevlucht uit een klooster in Frankrijk, ver weg van de dogmatiek in het klooster en een strenge vader abt. Een thema dat nu nog steeds speelt in zijn leven; hij is wars van de dogmatiek van welke kerk of stroming dan ook, maar wel innig verbonden met God, of het heel- al of het universum, welke naam je er ook aan geeft.
Troostdichter
Als ik hem vraag naar het ‘onder de mensen’ zijn, verhaalt hij van zijn werk als troostdichter. De functie en titel heeft hij zelf bedacht. Hij startte als experiment in een brugwachtershuisje in Zwolle, waar hij de deur openzette en mensen noodde hun verhaal te vertellen, waarna hij dat completeerde met een zelfgeschreven gedicht. Dat waren mensen met een rafelrandje. Met verhalen over eenzaamheid, verdriet, pijn of frustratie, en geheimen die ze soms voor het eerst van hun leven, hém toevertrouwden. Het belangeloos aanhoren, het intensief luisteren zonder gelijk met oplossingen te komen, bleek troost te bieden. Uit dat prille begin werd stichting Troosthuisje geformeerd en hij kreeg onder andere een vaste plek in een van de huisjes aan de Oude Mariakerk in Deventer.
Schoonheid
Wat het hemzelf opleverde? “Het is inspirerend als je er op deze manier kan zijn voor mensen, en er ook nog een gedicht over kan schrijven. Ik heb enorm veel geleerd van alle verhalen van mensen. Er zit trouwens vaak ook een enorme schoonheid tussen de woorden van mensen.
De bron ontdekken
Het bijzondere is dat je al luisterend de bron van iemand mag ontdekken, en iemand daar weer naar toe kan leiden. En dat geeft veel voldoening. Ja, en – of je dat van jezelf mag zeggen- : “Ik ben er een wijs man door geworden. Wat trouwens een proces is wat maar door en doorgaat,” aldus Boudewijn.
Zonder oordeel er zíjn voor mensen
Dit unieke werk – zonder oordeel en met alle tijd die nodig is, er zíjn voor mensen –kreeg her en der navolging. En maakte dat hij in 2018 genomineerd werd voor de Compassieprijs Nederland.
De monnik-onder-de-mensen in hem kent ook een tegenhanger: de kluizenaar. Een diep verlangen, waar hij zich in herkende in het boek dat hij ooit kreeg van een kloosterling uit Zundert: ‘De Kluizenaar’. Het ging over een monnik op de berg, eén met God, eén met de bron, en niets meer ‘hoeven’.
Vat vol tegenstrijdigheden
Boudewijn noemt zichzelf een vat met tegenstrijdigheden. Eén ervan lijkt haaks te staan op zijn geduldig en belangeloos luisteren als troostdichter: zijn van nature driftige aard. Hij kan het inmiddels hanteren, maar bij hufterigheid of onrecht kan hij echt bijna ontploffen.
Die boosheid vlamde ook op toen hij bij het tv-programma ‘Collegetour’ Sigrid Kaag geïnterviewd zag worden. Duidelijk werd dat de bedreigingen op sociale media en ook in haar nabijheid aan de orde van de dag waren, zó sterk dat haar dochters haar bijna smeekten om toch op te houden met de politiek. “Wat ís dat toch in onze maatschappij en in de politiek,” dacht Boudewijn, zo’n verharding en verruwing. Zo gericht op ego’s, elkaar schofferen om te kunnen scoren in de media.
Rondje Zachtheid
Als reactie daarop bedacht Boudewijn met een vriendin uit Deventer, Astrid Stok, het ‘Rondje Zachtheid’. Samen wandelen, elke laatste vrijdag van de maand in Deventer, “van brug naar brug”. Via de ene oever van de IJssel heen en via de andere weer terug. Met een korte inleiding aan het begin. Al wandelend met elkaar in gesprek, zonder agenda, gewoon in elkaars nabijheid in aandacht lopen en luisteren.
In aandacht en zachtheid aanwezig zijn
Wat levert dat nou op, in deze tijd van oorlog en ellende? We leggen de link met dat monnikenleven van hem: in aandacht en zachtheid aanwezig zijn. Net als de kloosterlingen of kluizenaars. Kernwoorden zijn liefde, mildheid, blijheid. Kleine lichtjes in de duisternis. In het vertrouwen dat dát er wel degelijk toe doet in de wereld.
Verwondering in stilte
Onlangs was er in Deventer weer zo’n wandeling. Een groep van zo’n 15 mensen liepen het ‘Rondje Zachtheid’. Halverwege wees iemand van de groep op een rijtje oeverzwaluwen die op de elektriciteitsdraden van de spoorbrug zaten te kwetteren. In verwondering keken ze ernaar, in stilte.
Een man die kwam aanlopen, riep knorrig: “Wat is er met jullie aan de hand? Waar kijken jullie toch in hemelsnaam naar?” Boudewijn wees naar de zwaluwen en vertelde van het rondje zachtheid en de norse blik verdween. De man werd erdoor geraakt, en zei: “Dit neem ik van jullie mee deze avond.”
Navolging
Het mooie is dat dit ‘Rondje Zachtheid’ inmiddels in bijna elf steden in Nederland en ook een stad in België maandelijks plaatsvindt. Het breidt zich langzaam uit. “Mooi toch? Mijn doel is al bereikt,” zegt Betzema, “want wie heeft er eigenlijk geen behoefte aan zachtheid?”
En zo is het. Boudewijn, altijd in beweging, vormgevend aan wat hij zijn liefde voor de mens Jezus noemt, want wat niet is, kan nog dromen.
Foto: © Astrid Stok
Over Boudewijn Betzema
Boudewijn Betzema (Rotterdam, 1949) schrijft al vanaf zijn zestiende gedichten. Na zijn opleiding aan de Gerrit Rietveld Academie werkte hij als grafisch vormgever. Inmiddels woont Betzema al meer dan 40 jaar in Deventer.
Van 2015 tot mei 2017 was hij provinciedichter van Overijssel. In 2016 richtte hij Stichting Troosthuisje op, waarin hij zich inzet als Troostdichter. In 2018 werd hij daarvoor genomineerd voor de Compassieprijs. De stichting is recent opgeheven. Het initiatief is door diverse anderen overgenomen.
Afgelopen zomer initieerde Boudewijn het ‘Rondje Zachtheid’, als tegengeluid tegen hardheid en venijn in de samenleving.
Lees verder
Prachtig verhaal. Sowieso weer erg mooie nieuwsbrief. Dank je