De titel van het boek ‘Passie voor compassie’ is ontleend aan het interview met Wouke Lam, die leiding geeft bij Shell. Zij heeft een passie voor de niet-sterken: “Natuurlijk doe ik mijn best om de businesstargets te halen, maar daar word ik niet warm van. (…)Mijn visie is: groeien, bloeien en anderen tot bloei brengen (…), het derde element houdt in dat je iets voor anderen wilt betekenen.”Zij onderkent ook dat er over topmanagers een verwachting bestaat dat ze geen zwakheid moeten tonen en dat het zou helpen als managers toch de mens in zichzelf meer zouden tonen.
De opbouw wisselt interviews, essays en kunst af waardoor meerdere zintuigen aangesproken worden. Dat leest prettig en zorgt voor enige luchtigheid bij dit thema dat ook misvattingen kent, zoals “barmhartigheid staat gelijk aan een neerbuigende houding”. De afwisseling biedt de mogelijkheid om ‘zappend’ te lezen, iets waar ik als creatief mens van hou.
Wat ik jammer vind aan dit boekje is dat de tweede kunsttoevoeging van Johan Claassen de plank mis slaat. De kunstenaar heeft een aantal op zichzelf staande ervaringen gekozen die niks toevoegen aan de inhoud. Ook is het mij niet helder waarom hij deze kunstwerken (zonder titel) heeft uitgekozen. Naar mijn mening had de redactie hier barmhartiger kunnen zijn naar de kunstenaar door met eerlijkheid meer begeleiding te geven aan zijn bijdrage.
Nu, tien jaar later, zien we dat de overheid compassie zichtbaar serieus neemt door een anti-pestcampagne te starten gericht op werksituaties. Een herziene versie van dit boekje zou daarom op zijn plaats zijn, met de vraag: Hoe geven we nu, na een crisis, met meer en meer wereldonrust en veel faillissementen, vorm aan compassie in de (competitieve)werkomgeving?